THIS WINTER MACHINE : THE MAN WHO NEVER WAS

  1. The Man who never was
  2. The wheel
  3. Lullaby (Interrupted)
  4. After Tomorrow Comes
  5. fractured

Label : Progressive Gears

Length : 48:53

Released : 2016

Review (ProgWereld) : Twijfel, vooral twijfel overheerste het gevoel na de eerste luisterbeurten van "The Man Who Never Was" van de Britse band This Winter Machine. In de fundamenten van de muziek hoor je een neo-progressieve stijl die de onderste regionen van mijn enthousiasme voorzichtig beroerde, maar na meerdere luisterbeurten nog steeds wat moeilijk doorbreekt. Maar die stijl zorgt tegelijkertijd voor een toegankelijkheid die de nieuwelingen binnen de prog scene op weg kan helpen naar een volgend stadium, en voor hen kan dit album zo maar een doorbraak betekenen in de wereld van neo-prog. This Winter Machine is een kwartet aan muzikanten afkomstig uit Leeds van het Verenigd Koninkrijk. Bijzonder moeilijk te achterhalen is wat de volledige namen van de muzikanten zijn, die worden nergens op de officiële kanalen weergegeven. De enige naam die te vinden is die van toetsenist Mark Numan. Relatief snel na het ontstaan van de band brengt het gezelschap een debuut-cd uit, terwijl ze eigenlijk nog maar sinds half 2016 bij elkaar zijn. Wat wel een beetje doorschemert in de magere informatie die de band ons geeft is dat de bandleden afkomstig zijn uit allerlei takken binnen de rockmuziek. Het debuutalbum bestaat uit vijf songs en hebben gemiddeld een lange speeltijd, waarvan de titeltrack alleen al zestien minuten klokt. Hoe komt het dan dat in eerste instantie deze muziek niet gelijk de bovenste regionen van het enthousiasme beroert? Moeilijk te zeggen, hoewel de zang van zanger Al niet echt meehelpt. Technisch vervult hij zijn taak goed, hij heeft ook zeer zeker een aangename sound, maar zijn geluid straalt echter niet veel emotie uit. Zijn vocalen blijven wat monotoon over het gehele album. Daarnaast zijn er geen extreme tempowisselingen en bombastische momenten in de tracks te vinden, waardoor het album op de achtergrond het heel goed doet, maar onder de hoofdtelefoon voor velen onder ons wat vlak blijft. Het album straalt in beginsel dus een positieve muzikale degelijkheid uit, maar dat is niet denigrerend bedoeld. Hoewel er zeker sprake is van fijne gitaarsolo's, goede toetsenpartijen en aangename thema's, drijft de muziek je niet naar het puntje van je stoel. De inspiratie lijkt te komen van bands als Genesis, Marillion, Big Big Train en Pendragon. Veel passages doen namelijk denken aan deze bands, maar TWM weet vaak niet de emoties op te roepen die de genoemde bands dat juist wel weten te doen. Het is moeilijk de vinger op de zere plek te leggen, maar wellicht heeft de sobere productie aan dat effect meegewerkt. Tot zover het minder enthousiasme gedeelte van de recensie. De titeltrack The Man Who Never Was is het langste nummer van het album en laat zich domineren door een herkenbare maar ook aanwezige pianomelodie. Het nummer begint met wat geroezemoes in een kroeg en laat in het vervolg een herkenbare stijl horen die het gehele album verder doorschemert: de echte neo-progressieve stijl met melodische toetsenpartijen naast de piano, fijne gitaarsolo's, stuwende en stevige baslijnen en pakkende refreinen. In The Wheel hoor je in het begin van de track een duidelijke inspiratie vanuit de jaren tachtig. Het schuurt tegen een AOR mix van Boston, Foreigner en Journey. Na een paar minuten breekt een flinke regenbui de song en vervolgt het met een Riverside-achtige basloopje en vervalt het nummer in een aantrekkelijk vervolg met mooie gitaarpartijen, maar het wordt ook nergens bijzonder spannend. Heerlijk op de achtergrond, maar niet om volledig in te verzwelgen. After Tomorrow Comes is een relaxt nummer waarin de liefhebbers van Marillion zich waarschijnlijk in kunnen vinden, vooral de gitaar doet vaak denken aan het spel van Steve Rothery. Ook het instrumentale nummer Lullaby is een aangename verrassing in neo-progressieve stijl, en hoewel hier meer dynamiek in de compositie is verwerkt, blijft het toch (te) keurig binnen de lijntjes. Ik ben overigens gecharmeerd van de heerlijke toetsensolo in het begin van de track. Diezelfde toetsen spelen sowieso een grote rol binnen de muziek van This Winter Machine. Ook Fractured zit vol mooie toetsenvariaties, maar gelukkig krijgt de gitaar van gitarist Jevo veel ruimte binnen de track. Overigens vertelt de website van de band ons dat hij inmiddels de band heeft verlaten en er een vacature is. Het is duidelijk dat deze band wel veel potentie heeft. Vooral de liefhebbers van Genesis en Marillion gaan deze cd waarschijnlijk waarderen. Misschien is de schijf over het geheel niet heel dynamisch en sprankelend, en verwacht vooral ook geen echte vernieuwing, maar na meerdere circulaties zal er ongetwijfeld sympathie ontstaan. Het is vooral een aangename cd voor in de auto of als achtergrond bij werkzaamheden.