SOLUTION : CORDON BLEU

 

  1. Chappaqua
  2. Third Line, Pt. 1
  3. Third Line, Pt. 2
  4. Song for You
  5. Whirligig
  6. Last Detail, Pt. 1
  7. Last Detail, Pt. 2
  8. Black Pearl, Pt. 1
  9. Black Pearl, Pt. 2

Label : Columbia Records

Release Year : 1975

Length : 42:45

Review (Wikipedia) : Cordon Bleu is the third album by the Dutch symphonic rock group Solution. It was released in 1975 on Elton John's label Rocket Records. Recorded at Rockfield Studios in Monmouth, Wales, Cordon Bleu saw the main quartet of Willem Ennes, Tom Barlage, Guus Willemse and Hans Waterman complemented by Chiel Pos and Frankie Fish. Pos contributed acoustic guitar to "Last Detail" and tenor sax to "Third Line" and "Whirligig", while Fish co-wrote the lyrics and also added backing vocals. Like its predecessor Divergence (1972), Cordon Bleu mixed long instrumental pieces ("Chappaqua" and "Whirligig") with shorter vocal songs which also featured instrumental passages ("Third Line", "Last Detail" and "Black Pearl"). "A Song for You" is the shortest song on the album, and is a more conventional pop song. This was released as a single in Europe, with an edited version of "Chappaqua" as the B-side. "Chappaqua" was issued as an A-side in its own right in some territories (backed by "Whirligig"), and was a B-side again to "Give Some More" in 1977/78. Produced by Elton John's producer Gus Dudgeon, the album had a crisper sound than Solution and Divergence. This trend was continued on the following album Fully Interlocking (1977), also produced by Dudgeon. Cordon Bleu charted in the Netherlands on 20 December 1975, reaching #18 and spending 11 weeks on the chart. First released on vinyl and cassette, it was later reissued by CBS in 1980 and on Compact Disc in 1988. In 2006, "Chappaqua", "Whirligig" and "Third Line" were included on the compilation The Ultimate Collection, with versions of the other three tracks featured on the live disc.

Review (ProgWereld) : De Nederlandse progressieve rock scene van de jaren zeventig heeft zo zijn pareltjes: Focus, Kayak, Supersister en Earth & Fire. Ga je doorgraven vindt je nog dingen als Groep 1850 in de psychedelische hoek en Solution in het - tsja, ik zal het maar zeggen - cheesy jazzrock hoekje van het progressieve spectrum. Hierin kunt u overigens ook nog de band Spin vinden. Oké, dit gaat zo niet werken om uw aandacht vast te houden. Ik begin even anders. Heeft u wel eens gehoord van Solution? Hun derde album, "Cordon Bleu", is de best klinkende productie van álle Nederlandse progressieve muziek uit de jaren zeventig. De helderheid, volheid en smoothness van deze opnames zijn ongekend! Het detail van het geluid van de saxofoon van Tom Barlage is gewoon een genot om aan te horen. De drums staan als een villa, de basgitaar doet je tijdschriftenbak wapperen en de toetsen zijn als mantel van purper. Heeft u evenals ik een bedrag ter waarde van een aardige auto uitgegeven aan een stereo en rijt u - evenals ik - in een blik dat evenveel kost als een simpele audioset, zoek dan nu niet verder, op naar die platenzaak in dat oude barrel van je. Tweedehands vinyl is er nog in overvloed van in omloop. De waarheid is dat ik oprecht best gehecht ben aan deze lp uit 1975, al moet "Cordon Bleu" het wel hebben van zijn hoogtepunten. Gelukkig begint en eindigt het daarmee. De instrumentale opener Chappaqua neemt alvast de helft van de eerste kant in beslag en jeetje wat een traktaat is dat. Solution weet meteen te pakken met een hoopvolle melancholie en bouwt langzaam uit met de punchy Fender Rhodes piano van Willem Ennes, saxofoon-offensieven van Tom Barlage - en dat alles met pakkende melodieën. In het midden van het stuk vindt de band onder leiding van de galopperende basgitaar van Guus Willemse een grove waarop een haaks melodisch motief van zes noten gelanceerd zal worden dat in al z'n eenvoud ontzettend complex weet te klinken. En jeetje wat kan Solution dan heerlijk funken in de uitwerking. Als de band terugkomt bij dat hoopvolle, doch melancholische introthema heeft de band het tempo en de energie nog te pakken van dat middenstuk en komt het allemaal samen in wat met recht een euforisch einde genoemd mag worden. Met Third Line dient zich het eerste 'jazz-rock meets gladde pop'-amalgaampje aan. De zang is helder en kloppend, maar ook glad en eigenlijk een beetje anoniem en generiek. Ook hier weet de band er in de uitbouw er iets van te maken, maar het blijft een nummer waarvoor je wellicht je nachtrust niet wil laten onderbreken. Het daarop volgende A Song For You heeft een veelbelovende symfonische opening, maar die is snel uit je bewustzijn verdreven als het tweede van een laagje glazuur voorziene popliedje zich aandient. Bij het omdraaien van het vinyl valt dan op dat Rocket, waarop dit album geperst is, Thomas het Stoomlocomotiefje op het ronde middenlabel heeft staan als mascotte. Een opmerkelijke aangelegenheid, aangezien deze muziek geschikter is voor zo'n ouderwetse soft pornofilm voor op de zaterdagavond dan voor de kindertelevisie uit diezelfde goede ouwe tijd. Enfin, we dwalen af. Kant twee opent dan met het sferische jazz-rock stuk Whirligig dat de komende negen minuten op een relaxte toon best entertainend weet te zijn. Het doet me een beetje denken aan de "Headhunters" en "Man-Child" tijd van Herbie Hancock. Wat klinkt die saxofoon ook weer prachtig als Tom Barlage zijn eerste moment pakt. Later in het nummer is het dan Willem Ennes die met zijn funky vervormde elektrische pianogeluid mijn vermoedens van Hancock-verwantschap weet te bevestigen. Last Detail zet met zijn melodische opening meteen een pakkende melancholische sfeer neer. Hier werkt de songwriting van de band - ditmaal in mineur en aangevuld met akoestische gitaar - beter en zijn de onvolkomenheden makkelijker weg te wuiven als flauw gezeur. De band strooit ook rijkelijk met mooie instrumentale passages, alles even pakkend. Ook met het daarop sterk aansluitende Black Pearl weet de band zijn melodische vernuft sterk in te zetten en valt de zang prima op zijn plek. Wederom weet de band te floreren in een ietwat droevige, gedragen sfeer. Ik blijf de uiterst genietbare uitbraken van de sax maar even benoemen. In de uitbouw weet de band dan weer zijn up-tempo grovende modus te vinden die we nog kennen van de opener. Het geeft het album een kop en een staart, zeg maar. Je zou zomaar de plaat opnieuw opzetten als je even vergeet dat je op kant één ook het een en ander zal moeten doorstaan waarvoor je als Van Der Graaf Generator minnende prog-luisteraar wellicht niet in de wieg bent gelegd. Ach ja, je oren worden hoe dan ook gestreeld door dit heerlijk klinkende album dat je toch af en toe uit het hoekje van platenkast lijkt te roepen. Het kan ook onder de naald als je familie of vrienden over de vloer hebt. En dan kan je tijdens de hoogtepunten van "Cordon Bleu" toch maar mooi even jezelf met een half oor aarden met deze progressieve potgrond van eigen bodem. Had ik al iets gezegd over die sax van Barlage?