|
SOFT MACHINE : BUNDLES |
|
Label : Atlantic Release Year : 1975 Review (AllMusic) : In the extensive discography of Soft Machine, albums from the band's mid- to late-'70s jazz-rock fusion period are generally afforded the least respect. Fans all have their favorite LPs representing a particular "classic" lineup - as well as opinions about other albums signifying that Soft Machine's best days were behind them. Some feel it was all over when Robert Wyatt left after Fourth (or stopped singing after Third), and it's probably even possible to find somebody somewhere who lost interest when Hugh Hopper replaced Kevin Ayers after Volume One. However, nearly everyone agrees that the band's heyday was over by the time the three late-period Soft Machine albums on Harvest were released. And yet, these albums have much to recommend them. The first, Bundles, had the feeling of a new beginning for Soft Machine, for reasons including the label switch from Columbia to Harvest and even the LP's name - not merely a number like Six or Seven this time around. But the biggest change came from the addition of hotshot guitarist Allan Holdsworth to the lineup, the first time in the band's history that an electric guitarist would be given such a prominent soloing role. Like three other members of the Softs' Bundles incarnation - reedman Karl Jenkins, drummer John Marshall, and bassist Roy Babbington - Holdsworth had played in Nucleus along with trumpeter Ian Carr, and like those three Nucleus alumni, Bundles introduced him to his largest audience thus far. Holdsworth wasted no time in making an impression. Playing single-note runs on "Hazard Profile, Pt. 1" (based on Jenkins' Nucleus composition "Song for the Bearded Lady," first heard on We'll Talk About It Later) so insanely fast that even air guitarists might have trouble keeping up, Holdsworth seemed to be a viable Brit entry into the fusion guitarist sweepstakes dominated by the likes of John McLaughlin and Al di Meola. Holdsworth provided the band exactly the jolt it required; compare Bundles to Seven, the comparatively lackluster final Columbia LP, which had the same lineup as Bundles minus the guitarist. Jenkins could be a rather mild and unassertive reed player, leaving it to the ever reliable Mike Ratledge's keyboards to take up the slack. But by the time of Bundles, Ratledge himself was beginning to retreat; he had apparently decided to mothball his old fuzz organ, favoring full-chord fills when comping and analog synth (which hasn't dated particularly well) for his solo on "Hazard Profile, Pt. 5." Given Ratledge's diminishing role, the decision to add Holdsworth to the band came none too soon. Aside from the guitarist, Soft Machine's most incendiary player on Bundles turned out to be drummer Marshall, powerful on the straightaway and atmospheric while taking center stage on "Four Gongs Two Drums." As for the material itself, principal composer Jenkins - who had been gradually taking over the conceptual reins since his first appearance on Six - had an ability to write sleek and streamlined fusion-based music that still managed to recall the band's past, particularly in his penchant for odd rhythmic permutations ("Bundles") and ethereal, minimalist-influenced keyboard ostinatos ("The Floating World") that harked back to Ratledge's tape experimentation on Third. Bundles might not have been classic Soft Machine in most people's books, but the band's new guitarist, new label, and new outlook seemed to signal a fresh start. As it turned out, Holdsworth would leave before Soft Machine's next LP. And, more significantly for any band claiming the Soft Machine name, so would Ratledge, the group's sole remaining original member. And yet the band's story was not over, and there was still some good music to follow. [Several of the strongest tracks from Bundles can also be heard on Tales of Taliesin: The EMI Years Anthology 1975-1981, which also includes selections from Softs, Alive & Well: Recorded in Paris, and Land of Cockayne.] Review (ProgWereld) : Na een behoorlijke experimentele loopbaan vanuit de jaren zestig bevat de muziek van Soft Machine met "Six" en later vooral met "Seven" (beide uit 1973) weer meer structuur, melodie en toegankelijke ideeën ten opzichte van voorgaande platen. Met name Karl Jenkins en Mike Ratledge voeren de boventoon, spelen prachtige solo's en het lijkt alsof de balans tussen jazz, rock en abstracte klanken eindelijk wordt gevonden. Toch mist de groep wat: een gitaar. Het instrument is al acht jaar geen onderdeel van het groepsinstrumentarium geweest. Nog geen maand na het uitkomen van "Seven" komt Allan Holdsworth de groep versterken. John Marshall kent de Engelsman nog van zijn jaren in de groep van Pat Smythe. Samen wordt nieuw materiaal gerepeteerd (pre-1973 stukken worden vanaf dan niet meer live gespeeld) en na het tekenen van een nieuw contract bij EMI's Harvest label gaat de groep zijn nieuwe plaat opnemen. Die verschijnt uiteindelijk pas in maart 1975 onder de titel "Bundles". Het epische album kan worden gesplitst in twee duidelijke delen. Hazard Profile en het akoestische Holdsworth-stuk Gone Sailing vormen de eerste helft, die gelijk met de spreekwoordelijke deur in huis valt. IJle synthesizer- en orgelklanken van Jenkins smelten samen met Holdsworth's uitgebreide solo's en de stevige ritmesectie onder leiding van Marshall. Met de gitaar klinkt Soft Machine enerzijds een stuk conventioneler, terwijl anderzijds de muziek inderdaad aan kracht heeft ingeboet en opgevuld is met een muzikaal element dat zo goed past in deze stijl. Qua dynamiek is Hazard Profile een ware tour-de-force: zo luid en swingend in het eerste deel, zo stil en klassiek volgt deel twee, waarna de resterende delen weer de spanning stuk voor stuk weten op te bouwen. De invloed van Allan Holdsworth is enorm groot: zijn typische timing en vreemde akkoordwisselingen zijn nog niet zo prominent aanwezig als op zijn latere soloplaten, maar hoe uitdagender hij de muziek van Soft Machine maakt zonder dat de muziek bol staat van drukke ingewikkelde structuren, daar kan menig jazzrockgroep uit die tijd nog een puntje aan zuigen. Solo's van Jenkins en Holdsworth vullen ook het tweede deel, dat wordt ingeluid met het titelnummer. The Man Who Waves At Trains grijpt muzikaal terug naar het geluid van "Seven", met prachtig hobospel van Jenkins en dito basspel van Babbington. Dat gaat door in Peff, waarin Holdsworth weer langzaam terugkeert en ritmisch tegengas geeft. Na de 'verplichte' drumsolo van John Marshall sluit "Bundles" af met The Floating World; 'Soft Machine goes minimal ambient'. Een stuk waarin het fluitspel van gast Ray Warleigh voorop staat. Een heerlijk rustige afsluiter van een album dat een nieuwe fase van Soft Machine inluidt. Toch besluit Holdsworth al voor het verschijnen van de plaat dat een plek in de groep van Tony Williams (Lifetime) in het verschiet ligt en hij zijn biezen pakt. De groep blijft achter met een tournee die gecancelled wordt, waarna wordt besloten de energie te bundelen voor een nieuwe studioplaat. Dit alles valt overigens te lezen in het essay van kenner Sid Smith in het prachtige boekje dat Esoteric Recordings bij deze waardevolle heruitgave van "Bundles" levert. Het boekje vermeldt dat Paschal Byrne verantwoordelijk is voor de remastering. Audiofielen weten dan genoeg: geluidstechnisch is alles dik in orde en dit is met recht de definitieve uitgave van een zeer speciaal Soft Machine album. Een plaat die tijden lang met name populair is geweest bij fans van Allan Holdsworth, maar die op grote schaal binnen de prog veel meer aandacht verdient. Met "Bundles" lijken de bandleden dus hun groep een nieuw leven in te blazen en opvolger "Softs" bevestigt dat gevoel, maar daarna - met "Land of Cockayne" als laatste stuiptrekking - zijn de jaren van de band geteld. Wat volgt is een wagonlading aan oude opnamen uitgebracht op diverse labels. Wetende dat de groep in zijn laatste echte levensjaren behoorlijk goede, maar zeer ondergewaardeerde platen aflevert. Daarvan is "Bundles" zonder twijfel de beste. Wouter Bessels |