|
RIVERSIDE : LOVE, FEAR AND THE TIME MACHINE |
|
Label : Inside Out Music Released : 2015 Length : 86:32 Review (AllMusic) : Riverside is een progressieve rockband uit Polen die toch vaak wordt gezien als grote inspiratiebron voor menig progband uit dit voormalig Oostblokland. In 2003 waren wij al razend enthousiast over hun 35 minuten durende demo en het daaropvolgende debuut album "Out Of Myself" kwam in de top 5 van onze Wereldse decennium. We zijn ondertussen zo'n twaalf jaar later en Riverside komt met zijn zesde album. Een aantal dingen is herkenbaar gebleven, waaronder de titel van het album die nu zes woorden bevat zodat de numerieke reeks wordt voortgezet. Daarnaast zijn ook de muzikanten sinds het tweede album "Second Life Syndrome" niet meer gewijzigd. Maar verder is met dit album echt alles op zijn kop gezet en durf ik dit album de subtitel 'een nieuw debuut met een compleet nieuwe muzikale richting' mee te geven. Na hun "Reality Dream Trilogy" - die hun eerste drie albums bevat - heeft Riverside telkens weer geprobeerd om hun muzikale stijl te wijzigen. Een zeer progressieve instelling en mijn inziens zijn ze hier telkens goed in geslaagd, maar men heeft daarbij wel een eigen identiteit - die ze in de loop der tijd hebben opgebouwd - bewaard. Ook deze identiteit is met dit album compleet losgelaten. "Love, Fear And The Time Machine" is een album geworden met een tiental relatieve korte nummers met een lengte tussen de drie en zeven minuten, die duidelijk beter in het gehoor liggen en zelfs hitparadegevoelig zijn. Geen complexe arrangementen, maar rechttoe-rechtaan nummers met makkelijk in het gehoor liggende melodieën. Waren op hun vorige album de nummers sterk melancholisch, donker en triest, nu krijgen we een compilatie van vrolijke deuntjes over liefde, hoop en verandering. De muzikale stijl is dan ook compleet veranderd. De prog metal benadering is gewijzigd in een recht voor zijn raap benadering met popgevoelige composities. De grunt stem van Duda is natuurlijk in voorgaande albums reeds vervallen, maar nu is zijn stembereik wel erg liefelijk, mellow en melodieus. Het ruige en meeslepende stemgeluid dat de Riverside sound zo specifiek en herkenbaar maakte is verdwenen, waardoor dit album veel meer opgaat in de (commerciële) massa. Een andere wijziging is de inbreng van Michal Lapaj; zijn toetsenborden zijn naar de achtergrond gebracht en de focus in de muziekstukken is verschoven naar de ritmesectie en gitaren. Het toetsenwerk van deze grootmeester - die ik in mijn recensie van "Shrine Of New Generation Slaves" nog fenomenaal noemde - is daarmee gedegradeerd tot de achtergrond en geldt alleen als ondersteuning van de rest. Caterpillar And The Barbed Wire heeft nog het meeste affiniteit met de oudere Riverside nummers en op de instrumentele delen van Saturate Me mogen we de kunsten van Lapaj nog bewonderen; twee sterke punten voor dit album. Dit zesde album laat een complete wending in de muziekstijl van deze Poolse viermansformatie horen. Zoals een rups in een vlinder verandert, zo is de complexe stevige muziek van Riverside veranderd in toegankelijke, goed in het gehoor liggende (pop) muziek. Een zeer groot publiek zal dit zeker een verbetering noemen, maar ik vrees dat ook vele oude fans erg teleurgesteld zullen zijn. In mijn recensie van "Shrine Of A New Generation" schreef ik nog 'Ondergetekende fan blijft voorlopig trouw', maar deze keer zijn ze me echt kwijtgeraakt. Ik kan alleen maar hopen dat hun volgende album weer een grote wijziging laat zien en dat we de tijd kunnen terugdraaien. |