PETER GABRIEL : PETER GABRIEL |
||
Label : Real World Records Release Date : 1977 Length : 41:42 Review (AllMusic) : Peter Gabriel tells why he left Genesis in "Solsbury Hill," the key track on his 1977 solo debut. Majestically opening with an acoustic guitar, the song finds Gabriel's talents gelling, as the words and music feed off each other, turning into true poetry. It stands out dramatically on this record, not because the music doesn't work, but because it brilliantly illustrates why Gabriel had to fly on his own. Though this is undeniably the work of the same man behind The Lamb Lies Down on Broadway, he's turned his artiness inward, making his music coiled, dense, vibrant. There is still some excess, naturally, yet it's the sound of a musician unleashed, finally able to bend the rules as he wishes. That means there are less atmospheric instrumental sections than there were on his last few records with Genesis, as the unhinged bizarreness in the arrangements, compositions, and productions, in tracks such as the opener "Moribund the Burgermeister" vividly illustrate. He also has turned sleeker, sexier, capable of turning out a surging rocker like "Modern Love." If there is any problem with Peter Gabriel, it's that Gabriel is trying too hard to show the range of his talents, thereby stumbling occasionally with the doo wop-to-cabaret "Excuse Me" or the cocktail jazz of "Waiting for the Big One" (or, the lyric "you've got me cookin'/I'm a hard-boiled egg" on "Humdrum"). Still, much of the record teems with invigorating energy (as on "Slowburn," or the orchestral-disco pulse of "Down the Dolce Vita"), and the closer "Here Comes the Flood" burns with an anthemic intensity that would later become his signature in the '80s. Yes, it's an imperfect album, but that's a byproduct of Gabriel's welcome risk-taking -- the very thing that makes the album work, overall. Review (Written In Music) : Het eerste soloalbum van Peter Gabriel, simpelweg 1 getiteld maar door de opvallende hoes ook wel ‘car’ genoemd, betekende door de grote hit Solsbury Hill gelijk een vliegende start. Solsbury Hill, vernoemd naar een plek dichtbij zijn woonplaats Box (dichtbij Bath, Zuidwest-Engeland) verhaalt over zijn beslissing om Genesis, die band die hij mede opgericht had en groot gemaakt had, te verlaten. Een beslissing die genomen werd door familieredenen en waarvan hij voelde dat deze door de rest van de leden van Genesis niet werd begrepen. Vanuit het Genesiskamp gaven ze aan Gabriel ‘te hebben laten gaan’ omdat hij, door zijn theatrale performances, teveel het gezicht van de band was geworden en de anderen wel heel duidelijk in zijn schaduw stonden. De eerste solo van Gabriel werd opgenomen met de Canadees Bob Ezrin als producer en gitarist Robert Fripp van King Crimson als belangrijkste man in zijn band. Opvallend was dat Tony Levin, de bassist die vervolgens lange tijd in Gabriels band bleef en mede verantwoordelijk was voor die volvette funksound die zijn latere hits zo kenmerkte (Sledgehammer!), ook in de band zat en later door Fripp werd benaderd om ook deel uit te komen maken van King Crimson. Het album werd grotendeels opgenomen in het Canadese Toronto met uitstappen naar Londen. Het album laten een grote groei in componeren van Gabriel horen. Als je de eerste periode van Genesis vergelijkt met The Lamb Lies Down On Broadway, het laatste album waar Gabriel als zanger en tekstschrijver (en hoe prominent bepalend) is die groei al zeer hoorbaar. Gabriel op eigen kracht was gelijk een heel ander verhaal. De fraaie muzikale diversiteit die op 1 te horen is laat dat wel heel goed horen. In een sound die meer rock georiënteerd is komen natuurlijk elementen van de latere periode van Genesis naar voren (Slowburn, Moribund The Burgemeister) maar Gabriel en zijn band weten deze elementen een knap nieuwe begeestering, minder progrockzwaar aangezet, mee te geven. Daarnaast is 1 vooral een album waarop Gabriel zijn muzikale tentakels uitslaat. De theaterpop van Excuse Me en de jazz van Waiting For The Big One zijn wel heel ver verwijderd van de sound van zijn vroegere band. En ook de georkestreerde disco op z’n Gabriels van Down The Dolce Vita is van een geheel andere muzikale orde. Daarnaast is Gabriel solo een man van songs zonder die lange instrumentale stukken die zijn vorige band en hun albums bevatten. De supervette productie van Bob Ezrin (die op dat moment vooral bekend was voor zijn werk met Lou Reed (Berlin), Alice Cooper (Billion Dollar Babies) en, opvallend genoeg, net voor Gabriel 1 het miljoenen verkopende Destroyer album van Kiss had gedaan) komt in Down The Dolce Vita en het wonderschone Here Comes The Flood wel heel dik uit de verf. (In alle eerlijkheid moeten we wel toegeven dat de productie wel heel erg 1977 is. Gabriel, zelf maar gedeeltelijk tevreden met de productie, nam Here Comes The Flood in de jaren 80 soberder en indrukwekkender opnieuw op). Gabriel 1 is een indrukwekkende eersteling van een muzikant die zich vanaf dat moment muzikaal niets meer in de weg liet leggen en zichzelf steeds weer opnieuw muzikaal uitvond. |
||