|
NEIL YOUNG : LIVE AT THE CELLAR DOOR |
|
Label : Reprise Release Year : 2013 Venue : The Cellar Door, Washington, District Of Columbia, USA Recording Date : November 30 - December 2, 1970 Length : 45:00 Review (AllMusic) : In late 1970, Neil Young was coming down from a bustling two-year stretch of touring with the immensely popular Crosby, Stills, Nash & Young and had just released his third solo album, After the Goldrush. That album, lodged between the jammy country rock of 1969's Crazy Horse-aided Everybody Knows This Is Nowhere and the hushed, hermetic folk of 1972's Harvest, found an ethereal and otherworldly middle ground for Young's rapidly developing songwriting voice. Live at the Cellar Door finds a solo Young just a few months after the release of After the Goldrush, playing a six-show stint at the tiny Washington D.C. club, running through a set heavy on the relatively new material from Gold Rush, but also getting into songs that wouldn't see album release for a few more records yet. It would have been impossible to gauge at the time of the performance, but the set list of Live at the Cellar Door is a non-stop string of what would become some of Young's many timeless classics, punctuated by the sound of the unthinkably small audience clapping politely as he wove through 15 magical compositions on spare acoustic guitar and occasional piano. Not just heavy on highlights, this is a rare live recording that lacks any duds or missteps at all. Apart from near-perfect selections from After the Goldrush like its fever-dream title track, the heartbreaking "Birds," or the long look at growing up in "Tell Me Why," Young debuts future hit "Old Man" as well as the On the Beach piano dirge "See the Sky About to Rain." He also offers up a piano-only reading of "Cinnamon Girl," announcing "That's the first time I ever did that one on piano." Part of an ongoing archival series of key live dates from Young's massive career, Live at the Cellar Door includes snippets of the usual between-song banter, but a noticeably tired Young is more subdued even when making dry jokes. Sticking mostly to focused readings of his then-brand-new songs, he cultivates a somber mood, tapping into all the sorrow, wonder, and wistfulness of his early solo material as well as a few Buffalo Springfield tunes. These tracks feel much more like an album of alternate versions than a typical live recording. The intimacy and raw beauty of Live at the Cellar Door makes it not just a must for super fans, but a valuable companion piece to any of Young's early studio output. Review (Humo) : 'December stelt alles op scherp, en Neil Young komt als geroepen.' Niet onze woorden, maar wel heel bruikbaar - we geven ze nadien wel terug. Als het leven een versnelling lager schakelt en je brein de jaarrekening opmaakt, is het altijd goed om Young bij de hand te hebben. En omdat hij dat zelf ook wel weet, schenkt hij ons dit jaar 'Live at the Cellar Door' voor kerst. Merci, Neil! neil young 1234 Razen wij even door de feiten: 'Live at the Cellar Door', volgnummer 2.5 in de Archive Performance Series, bevat dertien selecties uit zes opeenvolgende concerten in (tada!) The Cellar Door, een club in Washington DC, eind 1970. Vijf van de dertien nummers zijn geplukt (als een boeket uit een alpenwei) uit 'After the Goldrush', dat toen drie maanden oud was. Het is verleidelijk om dit plaatje - want dat is wat het is - te vergelijken met 'Live at Massey Hall', de glorieuze thuismatch die Young begin '71 speelde in Toronto: de periode is onvermijdelijk dezelfde, de tracklist voor een stuk ook, en Young zal in die anderhalve maand ook wel niet veel veranderd zijn. Het verschil zit hem in de schaalgrootte: van de AB Club naar het Koninklijk Circus. Slechte verstaanders moeten voor de sport maar eens naar beide uitvoeringen van 'See the Sky About to Rain' luisteren: twee keer kippenvel, andere kip. Belangrijker is de periode: dit is de jonge, grootogige Neil. 'After the Goldrush' en de eerder dat jaar uitgebrachte single 'Ohio' tonen een grote politieke en ecologische betrokkenheid, en zijn liefdesliedjes dragen, hoewel ze soms verre van rooskleurig zijn ('Only Love Can Break Your Heart', 'Birds'), een onschuld in zich die ze niet veel later zouden kwijtspelen. Neil stond nog aan de goeie kant van het dal, en dat hoor je. 'Tell Me Why' is opnieuw de geschiktste openingstrack die je je kunt voorstellen. 'Birds', 'Only Love...', 'Don't Let It Bring You Down' en de andere nieuwe tracks van 'After the Goldrush' doen waarvoor ze betaald zijn, en vaak ook meer. 'Down by the River' is akoestisch nog altijd een orkaan en 'I Am a Child' heeft ons nog nooit ontgoocheld. Bij de verrassingen: de gestripte versie van de Buffalo Springfield-song 'Expecting to Fly' en een ongehoorde pianoversie van 'Cinnamon Girl', toch de ultieme gitaarsong. Hier en daar wordt geopperd dat 'Live at the Cellar Door' voer is voor de spionkop, en een beetje dubbelop met 'Massey Hall'. Maar komt een vriend - of hij nu aangeschoten voor de deur staat, molenwiekend de straat oversteekt of een bescheiden sms'je stuurt - ooit ongelegen? Wij dachten van niet. Review (Cobra) : Het jaar was 1970. Door zijn alliantie met Crosby, Stills & Nash was Neil Young een superster geworden, maar pogingen om in Hawaii een opvolger voor de bestseller 'Déjà Vu' in te blikken, zouden al gauw vastlopen in ruzies en egoproblemen. Dus besloot de Canadees zich wijselijk weer op zijn solocarrière te concentreren. In september bracht hij het prachtige 'After the Goldrush' uit, een plaat die door de dienstdoende recensent van Rolling Stone weliswaar werd afgedaan als "pre-puberaal geëmmer" maar bij het publiek wél in goede aarde viel. Aangezien Young twee concerten had gepland in de prestigieuze Carnegie Hall, besloot hij zich tussen 30 november en 2 december eerst een beetje warm te spelen in The Cellar Door, een intieme club in Washington DC. De zanger stond er in zijn eentje op het podium, bracht zijn songs afwisselend op akoestische gitaar en piano en liet, voor alle zekerheid, telkens een tape meelopen. Met 44 jaar vertraging worden die opnamen nu eindelijk aan de openbaarheid prijs gegeven: ze zijn te horen op 'Live at the Cellar Door', een nieuwe aflevering van de Neil Young Archives Performance Series. Young is uitstekend bij stem en komt tussen de nummers door vaak geestig uit de hoek: "Ik heb al een jaar lang geen klavier meer aangeraakt, maar heb toch in mijn contract laten zetten dat ik uitsluitend op een Steinway-vleugel wil spelen", monkelt hij ergens. "Een excentrieke opwelling van mij, maar nu ze hier toch staat, kan ik ze net zo goed gebruiken." Op de setlist uiteraard heel wat materiaal uit 'After the Goldrush', maar ook nummers uit Neil Youngs Buffalo Springfield-periode, zoals 'I'm A Child' en het over wiet handelende 'Flying on the Ground is Wrong'. Het fraaie 'Expecting to Fly' moet het zonder de onwereldse orkestratie van Jack Nitzsche stellen, maar blijft ook in een afgekloven pianoversie moeiteloos overeind. Het epos 'Down By the River' wordt voor de gelegenheid gereduceerd tot een sobere, akoestische folksong en voorts introduceert The Loner tijdens zijn optredens in Washington ook enkele nieuwe songs: 'Old Man' zal twee jaar later op 'Harvest' prijken, terwijl 'See the Sky About to Rain' pas in 1974 officieel het licht zal zien op 'On the Beach'. 'Live at the Cellar Door' is een mooie plaat, waar vooral verstokte fans met volle teugen van zullen genieten. Alleen documenteert ze een periode die eerder ook al uitgebreid aan bod kwam op 'Live at the Riverboat' en 'Live at Massey Hall'. Qua songs zijn er dus behoorlijk wat overlappingen. Zelfs van het vrij obscure 'Bad Fog of Loneliness' zijn intussen al twee andere uitvoeringen verkrijgbaar. De enige échte verrassing op deze 'nieuwe' release is dus de piano-uitvoering van 'Cinnamon Girl'. Niet per se een verbetering van het origineel op 'Everybody Knows This is Nowhere', maar in ieder geval een leuk curiosum. Dat Neil Young regelmatig stukjes uit zijn archieven vrijgeeft, valt toe te juichen. Toch blijft het frustrerend dat het écht interessante werk - onuitgebracht gebleven langspelers zoals 'Homegrown', 'Chrome Dreams I', 'Island in the Sun', 'Old Ways I', 'Times Square' of 'Toast'- voorlopig in de kluizen blijft. Of u 'Live at the Cellar Door' écht dient aan te schaffen, hangt dus in grote mate af van de hoeveelheid concertregistraties die u al van Dinosaur Sr in het rek hebt staan. |