|
JONATHAN WILSON : FANFARE |
|
Label : Bella Union Release Year : 2013 Length : 78:13 Review (AllMusic) : On the positively baked Gentle Spirit, from 2011, Jonathan Wilson offered a stellar update of the early-'70s Laurel Canyon sound. For Fanfare, he is obviously inspired by the production techniques of that decade on both sides of the Atlantic. This is one of the most delightfully ornamented recordings to come down the pipe in quite some time. Its sound is so warm and inviting, it almost proves a distraction from the songs. Wilson's guest list is impressive: David Crosby, Graham Nash, Jackson Browne, Benmont Tench, Mike Campbell, and others contribute. But mostly it's Wilson: guitars, piano, drums, bass, mellotron, bells, synths, B-3, vocals, and more. Deciphering the musical trail on Fanfare is a hell of a lot of fun. The influence of Crosby's If I Could Only remember My Name, CSN's self-titled debut, CSNY's Deja Vu, Stephen Stills' first Manassas record, Pink Floyd's Dark Side of the Moon, ELO's Eldorado, Steely Dan's Can't Buy a Thrill, and numerous other recordings saturate this album's pores. Yet, if Wilson weren't capable of doing something new with his sources, the familiar would relegate it to the closet of nostalgia. As a songwriter, his ability to craft diverse, instantly attractive melodies, bridges, and hooks allows his songs to sit alongside those that inform them. Check the easy, driving country rock on "Love to Love," the breezy folk-rock in "Moses Pain" heightened by Campbell's guiding slide guitar, and Browne's and Nash's backing vocals that make it soar, and the shifting, crunchy rock slowness in "Illumination" for examples. Wilson's ability as a producer is akin to Todd Rundgren's: he can combine, arrange, and orchestrate his influences to create something new from the instantly familiar. This is evident in the opening title track where Baroque pop orchestrations (Eldorado) are wedded to Dark Side of the Moon's spacey nocturnal tensions -- dig James King's wailing saxophone solo. "Dear Friend" and "Her Hair Is Growing Long" are sequentially suite-like in their collective nods to Woodstock, CSN's self-titled debut, and the latter's acknowledgement of the Beatles' "Golden Slumbers" in the guitar break. Wilson's lyric phrasing illustrates vivid ../images, all framed by inviting, self-styled textural nuances. Crosby's and Nash's vocal appearances on "Cecil Taylor" fit so seamlessly with his, the twilight, darkly lit melody almost breaks its frame. "Illumination" channels the pace and cadence of Neil Young's Crazy Horse, but its lushness expands the plodding groove. Tench's piano on the instrumental "Lovestrong" matches Wilson's blistering David Gilmour-esque guitar break. Fanfare travels easily between intimacy and more psychedelic-influenced euphoria because Wilson's songwriting remains his ace in the hole. For all its laid-back deference to his production, it's tight, clever, and artfully constructed. Together they make for an album that will likely endure the test of time. Review (Rootstime) : Dat alles altijd weer terugkomt, bewijst de Amerikaanse singer-songwriter Jonathan Wilson. In zijn psychedelische folk combineert hij het beste van de Laurel Canyon-scène uit begin jaren zeventig (Crosby, Stills & Nash, Joni Mitchell, Neil Young) met invloeden van hedendaagse bands. Zoals het een moderne hippie betaamt, trekt Wilson zich niets aan van hokjesdenken en zijn muziek meandert dan ook aangenaam tussen folk, rock en country, alles overgoten met een sausje van Woodstock. Twee jaar na het goed ontvangen album "Gentle Spirit" (2011), komt multi-instrumentalist Jonathan Wilson deze maand met het nieuwe album "Fanfare". Het album volgt de authentieke lijn die Wilson op "Gentle Spirit" al uitzette. Deze plaat, zoals nu ook het nieuwe album, verscheen via het gerenommeerde Bella Union-label en hoorde we dat Wilson duidelijk een grote voorliefde heeft voor de muziek die begin jaren '70, die toen in Los Angeles werd gemaakt. Het album klonk dan ook als een hommage aan de Californische psychedelische jaren waarin stijlen als folk, country-noir en rock de revue passeren. Wilson is geen 'groentje' want hij werkte als muzikant en producer met vele grootheden als Will Oldham, Robbie Robertson, Erykah Badu, Elvis Costello en Jackson Brown. In zijn eigen studio, vol analoge apparatuur, houdt Wilson regelmatig jamsessies met leden van Wilco, The Black Crowes en Tom Petty & The Heartbreakers. Een aantal van zijn muzikale vrienden gaven acte de présence op Wilson's debuutplaat. Op zijn nieuwste album is het niet anders, want klonk zijn succesdebuut verrassend ingetogen, op zijn nieuwe plaat borduurt Wilson gewoon voort op die succesvolle sound. Met zijn eigen muziek steekt hij zijn bewondering voor artiesten als Jackson Browne en Crosby, Stills & Nash niet onder stoelen of banken. Sterker nog, hij liet ze bijna allemaal meespelen op zijn nieuwe plaat. Want naast de vernoemde Graham Nash, David Crosby en Jackson Brown zijn er ook vocale en instrumentale bijdragen van Josh Tillman (aka Father John Misty), Patrick Sansone (Wilco), Mike Campbell en Benmont Tench van Tom Petty and The Heartbreakers, Taylor Goldsmith (Dawes) en bovendien schreef blueslegende Roy Harper meerdere nummers mee op het album. Wilson trakteert ons wederom op 13 prachtige songs vol met spirituele boodschappen, smaakvolle en zeer psychedelische gitaarescapades en een sound waar ze in 1970 heel erg hard naar op zoek waren, maar nooit zo perfect benaderden. Neil Young had er een moord voor gedaan! Luister en bekijk de volgende video maar eens, het eindeloos durende en dromerige "Dear Friend" schreeuwt werkelijk om een druk op repeat. Het initiële plan van "Fanfare" was om de piano een centrale rol te geven op het album. De hartslag van het album zoals Wilson het zelf het beste omschrijft: "Ik wilde een Steinway piano als kloppend hart van de plaat. Daar rond wilde ik een 'widescreen' geluid met strijkers, koperblazers en soms een heel orkest". Hij gebruikte dus een Steinway piano hetgeen het eerste nummer, de psychedelische titeltrack, direct illustreert. Maar zoals de naam van het album al verklaart, wilde hij ook blazers, bellen, violen, harmonieën, improvisaties en solo's. Hierdoor horen we wel een veel breder palet aan klanken dan zijn voorganger. Getuige hiervan ook het nummer "Future Vision", een track die ons even terug laat denken aan "Gentle Spirit", een nummer waarin hier echter meer ruimte is voor andere instrumenten dan alleen de gitaar, die op "Fanfare" minder op de voorgrond treedt. Maar steeds weet Wilson ons te boeien met fenomenale songs waarbij hij zich betoont als een prima liedsmid. Weids en ingetogen, gebracht met een achteloos gevoel voor kwaliteit en avontuur. Waar "Cecil Taylor" de stijl van Crosby en Nash ademt duiken er ook ruigere momenten op, zoals de zware riff in het naar Neil Young neigende "Illumination". Desondanks is het een redelijk ingetogen en pure plaat geworden die niet te min poppy klinkt in "Love To Love", meer jazzy in "Fazon", maar Wilson is zelf duidelijk vooral gecharmeerd van folk, country en lieflijke harmonieën die van het nieuwe album een intense luisterervaring maken. Een album met diverse stijlen met uitgesponnen folknummers met een psychedelisch karakter aldus, maar dan, op z'n Jonathan Wilsons, met de energieke rust die hij altijd zo goed over weet te brengen. Een absolute must voor de pure muziekliefhebber! |