COLIN BASS : AT WILD END

  1. Return To Earth
  2. We Are One
  3. Walking To Santiago
  4. Waiting For Someone
  5. In Another Time
  6. Szegereli Eternal
  7. Darkness Of Leather Lake
  8. Bubuka Bridge
  9. If I Could Stay
  10. Girl From The Northwest Country
  11. Up at Sheep's Bleat
  12. At Wild End

Label : Wild End Records

Length : 56:36

Release Date : June 26, 2015

Review (ProgWereld) : Colin Bass, misschien wel het meest bekend als bassist van Camel, presenteerde onlangs zijn laatste soloalbum, "At Wild End", na een succesvolle crowd funding campagne eerder dit jaar. Zijn nieuwste album, de derde onder zijn eigen naam, is zijn eerste release in twaalf jaar. Opnamesessies vonden afgelopen voorjaar plaats bij Wild End Studio in de buurt van Llanrwst, en in Bryn Derwen Studio te Bethesda, waar Bass werd vergezeld door een uitstekende cast van oude en nieuwe muzikale vrienden om een eclectische en zeer persoonlijke reeks songs te schrijven, sinds zijn verhuizing naar het platteland van Wales te voltooien. Bekende gasten op het album zijn onder meer Camel collega's Andrew Latimer en Dave Stewart, drie Mustaphas samenzweerders, Kim Burton en Ben Mandelson, en Welsh zangeressen Sian James en Lisa Jen Brown, onder vele anderen. Het album met de titel "At Wild End" werd uitgebracht in september en is nu beschikbaar via de website van de kunstenaar en via geselecteerde onafhankelijke distributeurs. Sinds 1 november 2015 wordt nu een voorlopige tweede persing aangeboden. Bass zegt over het project: "At Wild End" is geïnspireerd door een magische plek genesteld in de uitlopers van het natuurgebied Snowdonia in Noord-Wales. Het is een plek die reflectie inspireert en een aantal van de songs weerspiegelt mijn muzikale avonturen door de jaren heen. Als een onafhankelijke producent - er is geen platenmaatschappij betrokken bij het project - moest ik stappen ondernemen voor de lancering van een crowd funding campagne om de financiering te realiseren; de support die ik kreeg van fans was echt hartverwarmend en dit soort steun heeft me echt aangespoord". De in Londen geboren Colin Bass (4 mei 1951) is een muzikant en gedecoreerd producer en songwriter. Sinds 1979 is hij lid van de Britse progressieve rockband Camel, die onlangs is teruggekeerd naar actief toeren met drie uitverkochte Europese tournees sinds 2013 na een pauze van tien jaar. Van 1984 tot 1992 was hij ook een kernfiguur in de baanbrekende World Music groep 3Mustaphas3. Hij heeft twee soloalbums onder zijn eigen naam en drie albums opgenomen in Indonesië onder de naam Sabah Habas Mustapha. Het titelnummer van de eerste, Denpasar Moon, werd een enorm populair lied in Indonesië in het midden van de jaren '90 en is opgenomen door meer dan vijftig Indonesische, Maleisische en Japanse artiesten. Als gastmuzikant verscheen hij op albums van een aantal internationaal gerenommeerde artiesten, waaronder Malinese topzanger Oumou Sangare en de Frans-Algerijnse chaabi veteraan Maurice El Medioni. Als producer heeft hij gewerkt met een breed scala van internationale artiesten, waaronder The Klezmatics (USA), Sambasunda (Indonesië), Etran Finatawa (Niger), Daniel Kahn en de Painted Bird (USA), de Krar Collective (Ethiopië), en meest recentelijk met Welshe band 9Bach (winnende 'Beste Album' op de 2015 BBC Folk Awards Radio2). Hij woont nu in de Conwy Valley, in de buurt van Llanrwst in Noord-Wales, waar hij producer/engineer is bij Wild End Studio. Wales blijkt toch een grote inspiratie te zijn voor muzikanten, lees maar eens de recensie van Rob Reed's recente meesterwerk "Sanctuary". Ik heb altijd een zwak gehad voor deze muzikant (Colin Bass) met zijn jongensachtige, ietwat ondeugende uitstraling. Zijn verleden bij Steve Hillage en daarna Camel, leverde het beeld op van een sympathieke persoonlijkheid die bovendien een uitstekende zanger en prima bassist bleek te zijn, vooral op de fretloze basgitaar. Waarschijnlijk weten niet veel mensen dat hij ook kort deel heeft uitgemaakt van de tour band van Duncan Browne, de zo betreurde veel te vroeg overleden uiterst talentvolle zanger/gitarist. Ik herinner me een ontmoeting in het beroemde Paard van Troje in Den Haag in oktober 1980. Heb zelfs nog even met hem gesproken voorafgaande aan het optreden. Een aardige, niet al te grote jongen gestoken in een fel blauw leren pantalon met veel oog voor het vrouwelijk schoon. Die onder het genot van een kopje thee nog wel kwijt wilde dat hij de muziek van Browne zeker niet minder interessant noch minder complex achtte dan die van zijn toenmalige broodheer. Van veel later herinner ik me een solo-optreden met band in april 1999 in de Lantaarn in Hellendoorn, met het Poolse Quidam in het voorprogramma. Na "Outcast Of The Islands uit "1998" en "In The Meantime" uit 2003 is "At Wild End" zoals reeds gememoreerd zijn eerste nieuwe werk als soloartiest in twaalf jaar. Hoe klinkt het dan, na zo'n lange pauze. Nou, dat is wel even wennen kan ik je vertellen. Openingsnummer Return To Earth komt kabbelend voorbij, is lekker in het gehoor liggend met een rustig tempo en folky feel. Andere nummers hebben een Oosters sfeertje; zijn verleden als Sabah Habas Mustapha compleet met gamelan orkest klinkt hier door. Dan hoor je weer een middeleeuwse intro en zijn karakteristieke stem in combinatie met blazers en synths. Waiting For Someone is een simpel liefdesliedje met een mooie melodie en pas met Another Time kom je de eerste min of meer rock song tegen: een gitaar riff, piano, fake live optreden inclusief applaus aan einde en klokkend onder de twee minuten, ultra kort. Darkness On Leather Lake is verfrissend, een echt rocky nummer, met de onmiskenbare slide gitaar van Andy Latimer. De laatste drie, vier songs zijn licht favoriet met de ballad If I Could Stay die zich in een traag ritme voortsleept, spaarzame instrumentatie, basgitaar, drums, piano, een gitaar heel in de verte, een vrouwelijke tweede stem en een lyrische akoestische gitaarsolo (Andy?). Girl From The Northwest Country is een prettig in het gehoor liggend nummer, lichtjes up tempo, zijn stem komt hier goed tot zijn recht, tegendraads elektrisch gitaartje, prima song. Tijdens Up At Sheep's Bleat, het één na laatste nummer van de cd, wordt de tekst voorgedragen in plaats van gezongen, tegen de achtergrond van een fretloze basgitaar en het geblaat van schapen, wel een bijzondere combinatie. At Wild End is het slot- en titelnummer en met ongeveer negen minuten het meest in het oog en oor springend: grotendeels geïnspireerd door de natuur in Wales. Ik kan kort zijn: geen hemelbestormende muziek, ook geen (prog) rock, maar degelijk werk van de man met de kenmerkende zware wenkbrauwen en de zoetgevooisde stem. Er liggen ruim 35 jaar tussen de ontmoeting in de Haagse poptempel en de release van het laatste album. De hippe leren broek van destijds is ingeruild voor een simpele pantalon en bemodderde werkmanslaarzen getuige de foto op de hoes. De nieuwsgierige jongeling van destijds is een tevreden oudere jongere geworden die zijn plek op aarde heeft gevonden wat doorklinkt in zijn muziek. En daar is niets mis mee.

Review (ProgArchives) : To love this album you must be in the right mood. Not too dark, it could be depressing, but not too happy because the sensations that it gives to the listener are mainly sadnhess and melancholy. It's a good thing. If music can give sensations the artist has hit the target. The sadness starts with the first track which is dedicated to Guy LeBlanc, former Nathan Mahl and partner of Colin Bass in Camel, who recently passed away. This song sets the mood, then what follows is a stripe of good songs, well composed, played and arranged. The only problem is that all of them are almost slow and sad. The rare rhythmic parts are lead by the bass more than by the drums. If you are in the right mood this is not a problem, but surely you can't play this album in a party, and this is sure not in Colin's intentions. Not being too catchy even if usually very melodic, the songs require attention to be fully appreciated. The listener will be rewarded by the closing track which is also the title track. There was no other place for this song than the album's closure. It's perfect and is the bigger hihglight of the album. It's also where there's a bit more rhythm and it's the song that leaves you with the wish of listening to it once more when it ends. Globally it doesn't reach the level of "An Outcast Of The Islands". It's a good album which deserves the three stars that I'm giving it and I could decide to increase this rating in the future (I've done the same with the mentioned "Outcast"). Of course, the presence of some Andy Latimer makes it a must for Camel fans. It's half of the current band.Colin is in these times the only fixed element of the band other than Andy. and this is perceivable even if all the compositions are by Colin. Three stars by now, but I could change idea.