CARAVAN : BLIND DOG AT ST. DUNSTANS

 

  1. Here Am I
  2. Chiefs and Indians
  3. A Very Smelly Grubby Little Oik
  4. Bobbing Wide
  5. Come on Back
  6. Oik (Reprise)
  7. Jack and Jill
  8. Can You Hear Me?
  9. All the Way (With John Wayne's Single-Handed Liberation of Paris)

Label : Repertoire

Time : 46:10

Release Year : 1976

Review (AllMusic) : After the surprisingly warm reception of Cunning Stunts, it looked like Caravan could do no wrong. Unfortunately, the band's next release was a major turn for the worse. New keyboard player Jan Schelhaas was part of the reason - his jazzy, up-tempo playing on every song regardless of the intended mood is one of the major problems here. It doesn't help that the material here is generally weaker, lacking either compelling lyrics or interesting song structures. Only the opening "Here Am I" is up to the standard of their older material and played with any kind of finesse. What is missing on this album is the character that made Caravan something more than just another technically proficient band. The critical and popular reaction was devastating. Blind Dog at St. Dunstan's took a career that was headed for the big time and brought it firmly back to ground.

Review (ProgWereld) : "Blind Dog At St. Dunstans" is een ietwat controversiële release binnen het oeuvre van Caravan. Toentertijd werd de plaat veelal afgebrand en tegenwoordig wordt dit album door sommigen gezien als het startpunt voor het verval van de band. Desalniettemin zijn er ook zeker liefhebbers van deze plaat. Ik behoor tot het tweede kamp. Deze muziek heeft de tand des tijds immers opvallend goed doorstaan, waardoor een herwaardering aan te bevelen valt. Daar waar "Cunning Stunts" nog met een been in de langgerekte symfonische rock stond, heeft dit album een songmatiger karakter. Weg zijn de langgerekte toetsenexploraties! Ten dele komt dit door het vertrek van Dave Sinclair, waarvoor Jan Schelhaas in de plaats komt. Hij neemt hier een ondersteunende rol in. De focus komt zo meer op het gitaarspel en de stem van Pye Hasting te liggen, hetgeen resulteert in sympathieke, vlotte symfopop in de trant van The Alan Parsons Project. De muziek is bovendien melodischer en minder avontuurlijk, al laten symfo en jazzrock nog steeds hun invloed gelden. De humor en luchtigheid verklappen verder nog immer dat deze muziek uit Canterbury komt. Opvallender is dat de ogenschijnlijk eenvoudige composities veel diepgang kennen. Elk nummer bevat namelijk wel een aangename, dynamische kwinkslag Zo is Jack & Jill vrij kenmerkend. Het uitstekende baswerk vestigt een prettig ludieke groove, wat samen met het jazzy toetsenspel en de onderkoelde zang een nostalgische sfeer opwekt. Al is 'speels' wellicht een beter label. Deze compositie kent een welhaast kinderlijke ondeugendheid die de luisteraar op het verkeerde been zet. Richting het einde loopt dit nummer namelijk vast, maar net als je de naald uit de groef wil halen, hoor je een fade-out. Plotsklaps wordt alsnog een climax ingezet. De kenmerkende humor toont zich ook bij Chiefs And Indians. Het nummer start als een broadway-ballad met een Frank Zappa'achtige knipoog. Al snel breekt het arrangement open met enthousiast gitaarspel en drijvende blazers. Een jazzy intermezzo etaleert weer iets van de oude exploratiezucht, hetgeen resulteert in een aangename spanningsboog. De terugkeer naar het hoofdritme mag dan clichématig zijn, de sarcastische ondertoon maakt veel goed. Hoewel de muziek opvallend onvoorspelbaar is, overtuigt de band ook op de rechtlijnige composities. Here Am I start bijvoorbeeld met een ronduit wervelende melodie. Een gitaarsolo leidt vervolgens naar een prettige tempoversnelling, waarna strijkers het arrangement rustiek laten klinken. Een navolgbare opbouw mondt voorts uit in een extatisch intermezzo. De wervelende hoofmelodie mag tot slot de conclusie verzorgen. Met All The Way heeft het album daarnaast toch nog een soort epic. Deze compositie start met een weelderig, synth-gedreven intro met zweverige zang. De slepende drums en viool ondersteunen een warme melodie. Pastoraal fluitspel vult het arrangement aan. Het wiegende karakter van de compositie doet haast denken aan de aftiteling van een Tv-serie. Voor een afsluiter acht ik dat wel toepasselijk. Nee, aan deze composities kan ik niks afdoen. Daarnaast zet de plaat consequent een aangenaam, gemoedelijke sfeer neer. Dit album lijkt zo welhaast een verzameling van jeugdherinneringen. Dit vertaalt zich in muziek zonder exorbitant spierballenwerk. Erg prettig! Desalniettemin heeft dit ook een keerzijde: de muzikale gezelligheid komt soms gezapig over. Echt veel spanning kent de muziek ook niet, waardoor deze sympathieke symfo iets saais heeft. Zo'n weemoedige terugblik is daarenboven opmerkelijk voor een stel muzikanten die de dertig nog moesten aantikken. "Blind Dog At St. Dunstans" oogt derhalve als het juiste album op het verkeerde moment. Met de punkrevolutie aan de horizon was er immers vuriger spul verkrijgbaar. Desalniettemin reken ik deze plaat tot de beste van Caravan. Geweldige popsymfo vol met zijstappen en aanstekelijke melodieën. Wars van de toenmalige waardering hoor hier ik geen opzienbarende mankementen. Nee, de barsten zouden pas bij de volgende plaat opvallen. Goed, de muziek had meer spanning mogen hebben, maar desondanks is dit album de moeite van het beluisteren zeker waard.