BRUCE SPRINGSTEEN & THE E STREET BAND : WERCHTER 2024

 

Disc One (64:00)

  1. Lonesome Day
  2. Prove It All Night
  3. My Love Will Not Let You Down
  4. No Surrender
  5. Ghosts
  6. Darkness On The Edge Of Town
  7. Reason To Believe
  8. The Promised Land
  9. Spirit In The Night
  10. Darlington County
  11. Working On The Highway

Disc Two (69:06)

  1. My Hometown
  2. The River
  3. Nightshift
  4. Last Man Standing
  5. Backstreets
  6. Because The Night
  7. She's The One
  8. Wrecking Ball
  9. The Rising
  10. Badlands
  11. Thunder Road

Disc Three (37:46)

  1. Born In The U.S.A.
  2. Born To Run
  3. Bobby Jean
  4. Dancing In The Dark
  5. Tenth Avenue Freeze-Out
  6. Twist And Shout
  7. I'll See You In My Dreams

Label : live.brucespringsteen.net

Venue : Festivalpark, Werchter, Belgium

Recording Date : July 2, 2024

Quality : Soundboard Recording (A+)

Concert Review (Dansende Beren) : Een dik jaar nadat Bruce Springsteen TW Classic headlinede, achtte de kwieke zeventiger de tijd al rijp voor een nieuwe passage in het festivalpark van Werchter. Ook ditmaal waren de tickets in een mum van tijd uitverkocht en kon ons kleine Belgenlandje zich opnieuw opmaken voor een legendarische passage van The Boss. Deze keer was er geen volwaardige festivaldag aan zijn komst gekoppeld, maar met Black Box Revelation en Seasick Steve werden er toch twee passende opwarmers gevonden vooraleer de Amerikaan zijn marathonconcert inzette. De eer om de Main Stage van Werchter te openen dit jaar was weggelegd voor de heren van Black Box Revelation. Met een tijdsslot van vijfenveertig minuten maakte de band – live nu steevast een drietal – er een fijne best of set van. Helemaal naar voor geduwd op het gigantische podium schikte Jan Paternoster zich in de rol van opwarmer en zocht hij regelmatig interactie met de reeds opgedaagde Springsteenfans. Klassiekers van het debuutalbum werden fijntjes afgewisseld met nieuwer werk, waarbij vooral “Mr. Big Mouth” de meeste respons kreeg. Net voor afsluiter “I Think I Like You” drukte Paternoster zijn dankbaarheid uit naar de hoofdact van de avond alvorens er nog een laatste lap op te geven. Een optreden van Seasick Steve blijft steevast een belevenis. Ook nu weer toverde de sympathiekste baard uit de muziekindustrie met sprekend gemak een glimlach op de gezichten van alle aanwezigen. Met gevatte opmerkingen over zijn zelfgemaakte instrumenten zette hij telkens de toon om vervolgens toch maar weer lekker weg te rocken. Drummer Dan Magnusson droeg voor de gelegenheid een T-shirt van Black Box Revelation en mepte er ook zelden naast. Iedereen stond na afloop alvast goedgemutst klaar voor The Boss. Het geduld van de fans werd niet lang op de proef gesteld, want kort na achten stapte de zeventienkoppige E Street Band één voor één onder luid applaus het podium op. Springsteen zelf sloot uiteraard de rangen en zette in met “Lonesome Day”, waarbij het leek alsof zijn stem nog even tijd nodig had om op te warmen. Gelukkig bleek dit slechts een miniem detail te zijn, want tijdens het openingshalfuur had je amper tijd om naar adem te happen en kon je je meteen vergapen aan al de muzikale talenten die het reusachtige podium vulden. Deze werden elk individueel al eens kort naar voor gesommeerd door Springsteen voor een klein solomoment. Het recentere “Ghosts” maakte tijdens dit eerste deel van de set misschien wel het meeste indruk dankzij de passionele samenzang tussen de band en het publiek en tijdens “Darkness On The Edge of Town” liet Bruce Springsteen zijn rauwe oerschreeuw meerdere keren over de weide neerdalen. De knepen van het vak moet je een ervaren rot als Springsteen uiteraard niet meer leren, want keer op keer vond hij het juiste evenwicht om er tijdens de bijna drie uur durende set een interessant gebeuren van te maken. De ene keer zocht hij contact op met de voorste rijen fans – waarbij hij een kleine jongen in de zevende hemel bracht door hem zijn mondharmonica cadeau te doen -, de andere keer liet hij de nummers aan sneltempo in elkaar overvloeien waardoor de vaart zelden minderde in de set. De rustpunten creëerde The Boss liever zelf met prachtige versies van “My Hometown” en oerklassieker “The River”. The E Street Band een goed geoliede machine noemen, is tevens een open deur intrappen, maar wat een sound zette de begeleidingsband gisterenavond neer. Elke solo werd met veel gevoel gespeeld én kwam bovendien prima tot zijn recht in het grotere geheel. De verschillende secties kregen uiteraard hun moment om even te shinen, maar toch waren het vooral de saxofoonsolo’s van Jake Clemons die op het meeste bijval konden rekenen. Visueel gezien was het afgezien van de sfeervolle lichtshow eerder een sober optreden, waardoor de nadruk des te meer kwam te liggen op hetgeen op het podium gebeurde. De vele interacties en dynamiek tussen de bandleden zorgde voor een aangenaam kijkstuk als je even erin slaagde je ogen van Bruce Springsteen af te wenden. Na een ontroerende versie van “Last Man Standing” bouwde de set gestaag op naar het ultieme hoogtepunt in de vorm van een uitgebreide bisronde waarbij de ene hit na de andere de revue passeerde. Kleine smet op het blazoen was de minder fijn afgestelde bas tijdens “Born in the U.S.A.” die even door merg en been ging, maar dit euvel werd al snel vergeten tijdens die andere klassiekers “Born To Run” en “Dancing In the Dark”. Elk bandlid mocht nog eens kort de honneurs waarnemen bij een swingende versie van “Tenth Avenue Freeze-Out” en werd niet veel later door Springsteen de coulissen ingestuurd. Het orgelpunt van het concert was voor de man zelf, want met het ingetogen “Ill See You In My Dreams” stuurde de levende legende ons de nacht in. Bruce Springsteen deed wat er van hem verwacht werd en speelde een ijzersterk concert in het festivalpark van Werchter waarbij de focus – doelbewust of niet – quasi volledig op het getalenteerde muziekwerk lag. De headliners van Rock Werchter later deze week zullen alvast heel hard hun best mogen doen om dit te proberen evenaren.

Concert Review (De Morgen) : Nog feller, vrijer en verbetener dan vorig jaar: op zijn 74ste overtrof Bruce Springsteen zichzelf voor een volle wei van Werchter. Om halfvijf gisterenmiddag waren er op Ticketswap nog zo’n achthonderd kaarten te koop voor het optreden van Bruce Springsteen. Mensen die naar trouwfeesten moesten, mensen die de regen vreesden, mensen die hem vorig jaar al hadden gezien en hadden gehoord dat hij ongeveer hetzelfde speelde. Om wat voor reden dan ook, de afwezigen hadden ongelijk. Die setlist, om te beginnen, bevatte een paar parels die hij een jaar geleden niet speelde. Opener ‘Lonesome Day’ was meteen een parade voor enkele sleutelfiguren van de E Street Band: Max Weinberg met zijn machtige klappen op de snare, de slidegitaar van Nils Lofgren, de scheurende sax van Jake Clemons. In dezelfde categorie: ‘Reason To Believe’, uit het verstilde meesterwerk Nebraska, maar hier opgewerkt tot vette blues. Daarnaast een handvol nummers die bij een gewone artiest als eerste op de setlist zouden staan, maar die Springsteen deze tournee vaker niet dan wel speelt: ‘The River’, ‘Born in the U.S.A.’, ‘Darkness on the Edge of Town’ - en suikernonkel Bruce maar met zondagsgeld strooien. Het centrale, trage deel van de drie uur durende show was wel een kopie van 2023: het verhaal van zijn vriend George Theiss, die met hem op een warme dag zijn eerste groepje The Castiles oprichtte en bij wie hij zoveel zomers later aan zijn sterfbed stond, met daarna het akoestische ‘Last Man Standing’. ‘Grief is the price we pay for having loved well’, mijmerde hij erbij. Stofje in het oog, en niet voor het laatst. Maar waar Springsteen zich vorig jaar aan de rest van de setlist vastklampte, zagen we nu een zanger zo vrij als in zijn beste dagen. Hoe hij ‘Spirit In the Night’ met saxofonist Clemons neerlegde en weer deed opleven: magischer wordt het niet. Hij liet zijn gitaar om zijn nek tollen, heupwiegde zich door ‘Nightshift’ van de Commodores, struinde door de middengang en deelde free hugs en mondharmonica’s uit. Hij dolde met een mok waar ‘I’m The Boss’ op stond en maakte een zwangerschap bekend die uitgerekend was voor zijn verjaardag, 23 september. Hij had grootse plannen, dat zag je aan zijn op elkaar geklemde tanden, en met één zwenk van zijn zweetband kreeg hij de hele E Street Band precies waar hij ze hebben wilde. Vocaal zat hij er heel soms een grijs haartje naast, maar nam hij ook onbesuisde risico’s. De lange oerschreeuw aan het einde van ‘Darkness on the Edge of Town’ zou eigenlijk een toelatingsproef moeten zijn om op deze heilige wei te mógen spelen, al zien we dit weekend op Rock Werchter eigenlijk alleen maar Dave Grohl daartoe in staat. Bruce Springsteen and the E Street Band in Werchter.Beeld Koen Keppens De tijd dat Springsteens haarlijn nog helemaal zwart zag en dat hij zich plat liet achterovervallen op het podium, die ligt wel achter ons. De voortvarende lijsttrekker is een Minister van Staat geworden, en Springsteen heeft er goed aan gedaan om daar een thema van te maken. ‘Nightshift’ kreeg zo een diepere betekenis, ‘singing over joy and pain’. ‘The Rising’ en ‘Wrecking Ball’ gaan over 9/11 en de bankencrisis, maar in deze show verklankten ze álle vormen van verlies en veerkracht. Dat krijg je met tijdloze nummers van ouder wordende zangers, plots gaan ze over alles. In Werchter versterkten ze alleen maar het aura van de man in het midden, het feit dat hij daar gewoon stond. Dat is misschien wel de belangrijkste reden dat u hier moest zijn: het kón nog. Springsteen doet het makkelijk lijken, met klassiekers strooien en drie Sportpaleizen aan volk onder zijn plectrum houden, maar weet dat het dat niet is. Intussen is hij 74, maar dieet hij nog altijd als een bezetene en gaat hij dagelijks lopen. Zijn 73-jarige drummer Max Weinberg, zo vertelde zijn manager in The Guardian, moet de tijd tussen twee shows in zijn hotelkamer doorbrengen, met de gordijnen dicht, om te recupereren van wat hij drie uur lang doet in de rug van zijn baas. Er moet een reden zijn waarom ze die hondenbaan van last man standing willen aannemen, avond na avond, en noem me naïef, maar ik weiger te geloven dat het alleen maar het geld is. Dan speel je een uurtje on tape, en geen drie uur levend en vers. Dan bouw je geen feest zoals het laatste uur gisterenavond. ‘Badlands’ en ‘Thunder Road’ in één rush voor de eerste buiging, onder meer ‘Born to Run’ en ‘Dancing in the Dark’ erna. ‘Twist and Shout’ duwde de meute tot het gaatje, waarop Springsteen de E Street Band liet uitklokken en net zoals vorig jaar helemaal alleen afsloot met ‘I’ll See You in My Dreams’. Het heeft dezelfde melodie als ‘Working on a Dream’, bedacht ik me toen hij het speelde, een hoopvol lied dat zoals zoveel andere ook in deze avond had gepast. Hoop, nostalgie, joy and pain, verleden leed en plezier zolang het nog kan, allemaal in deze avond, in diezelfde noten uit de kop van diezelfde Bruce Springsteen. ‘Grief is the price we pay for having loved well.’ Stofje in het andere oog.